Een afstudeerproject van Docent Dans Arnhem
‘You have to trust and believe in people, or life becomes impossible’
— Anton Tsjechov
Het vierde jaar van de opleiding Docent Dans Arnhem staat in het teken van de eigen profilering. De student gaat op zoek naar de eigen signatuur binnen het dansdocentschap. Welke (combinatie van) rollen omvat deze signatuur: de dansmaker, de docent, de danser, de ondernemer? Tijdens onderzoek, stage en vrije ruimte formuleert de student eigen leerdoelen, bedenkt eigen activiteiten, vormt een eigen netwerk en als het ware een plek voor zichzelf op de arbeidsmarkt. Laura Saumweber kiest voor het thema contactimprovisatie en fysiek vertrouwen door de principes aanraking en gewicht. Zij gaat hieraan werken met studenten Docent Dans uit verschillende jaarlagen.
5 april 2017, de Academie
Het publiek zit op het puntje van de stoel. Wat is er zojuist gebeurd? Wat hebben zij gezien?
Een van de dansers viel. Van grote hoogte. Zonder zichzelf te kunnen opvangen. Zonder de beschermende spiercontrole waarover dansers normaal gesproken beschikken. Kwetsbaar, heel kwetsbaar.
Het licht gaat uit. Stilte.
2 seconden, 3 seconden, 4 seconden… het duurt eindeloos lang, 5 seconden, zes… niets.
14 november 2016, een half jaar eerder:
de voorbereiding
Het is maandag en Laura is nerveus. Voor het eerst gaat zij aan de slag met een groep die zij heeft gekozen voor het praktische deel van haar afstudeeronderzoek. Haar doel is om een voorstelling te maken waarin het publiek kan zien dat de dansers elkaar kunnen vertrouwen.
Niet zo moeilijk, zou je denken. Vertrouwen, dat gaat toch gewoon vanzelf, of niet? Wat is vertrouwen eigenlijk en hoe vertaalt zich dat in dans?
Laura: Ik wil te weten komen of het publiek kan zien dat er vertrouwen is ontstaan tussen de dansers en of dit op het moment van de performance zichtbaar wordt.
De theorie zegt: vertrouwen is een welwillende verwachting tussen twee of meer personen, een zelfverloochening, die gepaard gaat met het loslaten van controle en de mogelijkheid om risico te lopen dat dat vertrouwen wordt teleurgesteld.
Dit klinkt best ingewikkeld. Zeker als dat risico betekent dat het kan eindigen met pijn of een blessure. Omdat iemand er niet is om jou te leiden, op te vangen of mee te nemen. Of omdat jij er niet bent om iemand anders op te vangen. Dat is pas eng! Dat jij de verantwoordelijkheid hebt over het wel en wee van andere lichamen, andere mensen.
Het gaat dus ook om de verantwoordelijkheid die het vertrouwen, dat anderen in jou hebben, met zich meebrengt.
In de praktijk betekent het nog veel meer. Je moet jezelf overgeven met je hele lichaam. Je komt heel dicht bij de anderen, je voelt hen, ruikt hen. Elkaars adem en zweet. Je voelt je eigen borst op iemands rug. Handen onder je klamme oksels die jou vasthouden. Je bezwete voorhoofd tegen de wang van je buurman en je voeten tegen de buik van weer iemand anders.
Je wordt aangeraakt, je raakt anderen aan en flitsen van gedachten gaan door je hoofd. Eerder dan je wilt, denk je: Heb ik wel deo opgedaan? Of je buurman deze houding nu niet heel erg ongemakkelijk vindt. Of je je handen wel of niet zal afvegen omdat ze nat zijn van het zweet van iemand anders…
Maar jezelf overgeven dat betekent ook niet nadenken. Want het begint allemaal in je hoofd. Je gedachten over zweet en geur, maar ook over je eigen verwachtingen, of je het zelf wel goed doet, of goed genoeg… Je eigen oordelen, je hang naar controle, het zelf in de hand houden… allemaal zeer onhandig tijdens contactimprovisatie, blijkt. Er zit niets anders op: gedachten uitzetten en meebewegen. Maar hoe?
Later die dag in studio 11,
een kleine danszaal in het theatrium
De groep is divers, vrolijk en nieuwsgierig, en vereerd dat ze mogen dansen in dit project. Twee jonge mannen en acht jonge vrouwen. Laura begint en vraagt iedereen om in een kring te komen staan en de handen op elkaars onderrug te leggen. Zij vraagt iedereen om de ogen te sluiten, op de eigen ademhaling te letten en van daaruit de aandacht te verplaatsen naar de ademhaling van de buurman of buurvrouw. Met het in- en uitademen wordt de kring groter en kleiner, dat gaat vanzelf.
Laura: Ik heb de spiegels afgedekt met een gordijn. Ik wil dat de dansers kunnen focussen op hun eigen en elkaars lichaam en niet worden afgeleid door hun spiegelbeeld. De achtergronden van de dansers zijn verschillend, net als hun verwachtingen, denk ik. Sommigen hebben nog niet eerder gewerkt met contactimprovisatie, anderen hebben meer ervaring.
Een studente is gespannen, dat weet ik. Zij vindt het moeilijk om vrijuit te improviseren en om in contact met een ander lichaam te bewegen. Om haar gedachten uit te zetten en mee te gaan met de ‘flow’. Niet te bedenken welke beweging zij gaat maken, maar te voelen welke beweging er uit haar lichaam komt. En om erop te vertrouwen dat er wel een beweging komt. Daardoor verstijft haar lichaam. Zij is bang om als enige danser tussen de andere, vloeiend bewegende lichamen, houterig te bewegen en niet los te kunnen laten.
Ik ken de verschillen in de groep. En ik weet wat contactimprovisatie van elk van hen vraagt. Ik weet ook hoe fijn het kan voelen om samen te bewegen, alleen in het moment te zijn en dans te laten ontstaan. Ik heb me als danser en docent verdiept in deze vorm van dans en heb hiervoor veel extra lessen en workshops gevolgd in de contactimprovisatie. Daardoor kan ik me nu verplaatsten in wat de dansers ervaren. Ik weet uit ervaring dat dat motiveert en inspireert.
Bij alle opdrachten gaat het om volledige focus. Daarom is het belangrijk om eerst jezelf goed te (leren) kennen voordat je samen kunt dansen. Je beweegt, je wordt bewogen. Op de plek en door de ruimte. Je kronkelt, beweegt hoofd, armen, benen, buik, schouders, rug en voeten op een logische, onlogische manier. Je bent in het moment en probeert niet te denken. Dan laat je de fysieke aanraking los en stel je alleen nog maar de aanraking voor waarvanuit je beweegt.
Je kronkelt, beweegt hoofd, armen, benen, buik, schouders, rug en voeten op een logische, onlogische manier. Je bent in het moment en probeert niet te denken.
De weken daarna
Er wordt hard gewerkt. De verschillende principes van contactimprovisatie en vormen van gewicht een aanraking passeren de revue.
Laura: De groep werkt aan vallen en opstaan, aan elkaar dragen en vangen. Zij leren hoe je kunt hangen en steunen en liften. Uitbreken en weer terugtrekken. Zij leren hun eigen en elkaars lichamen kennen. Wat goed bij elkaar past en wat meer aandacht behoeft. Welk lichaam sneller wil of welk lichaam meer rust en tijd nodig heeft. Zij leren waar de eigen grenzen liggen en dat zweet en geur er nu eenmaal bij horen, en niet eens meer storen zelfs.
En met de groei van vertrouwen, ontwikkelen zij het vermogen om zich over te geven aan aanraking en aan gewicht geven en nemen.
April 2017, enkele maanden later
De groep is bijna klaar voor de afsluitende performance. Laura heeft zich in de afgelopen periode volledig gestort in dit onderzoek. Zij heeft er muzikanten bij betrokken, die live gaan spelen tijdens de performance, en een filmmaker die het project gaat vastleggen. Zij heeft onderlinge ruzies van dansers geslecht en talloze gesprekken gevoerd.
Laura: Ik heb ervaren hoe enorm veel tijd zo’n proces nodig heeft, en dat het van belang is om die tijd ook te nemen. Ik heb geleerd om de groep als guide te nemen, maar ook om vast te houden aan mijn eigen ideeën, ondanks onzekerheden en twijfel. Steeds weer geduldig zijn, met aandacht voor de ander, maar ook voor mijn eigen doel, dat is de kern. Zo houd ik de groep bij elkaar. Ik laat hen niet afdwalen en haal hen terug naar het hier en nu als het té ongeconcentreerd en gezellig wordt. Soms moet ik streng zijn, als de groep erom vraagt.
De groep werkt aan vallen en opstaan, aan elkaar dragen en vangen. Zij leren hoe je kunt hangen en steunen en liften. Uitbreken en weer terugtrekken.
De voorstelling Phenomena of touch
Iedereen is aanwezig. Familie, vrienden, medestudenten, docenten, het hoofd van de opleiding. Er hangt verwachtingsvolle spanning in de lucht.
Het zaallicht gaat uit. Je hoort gekraak van de instrumenten.
Dan, een straat van warm licht, waarin de dansers liggend op de grond beginnen te bewegen. Zij zijn gekleed in broeken en rokken van aardse, natuurlijke kleuren. Je ziet blote armen en benen. Kronkelend en rustig over de grond rollend, bewegen de dansers van beide kanten van de straat naar elkaar toe. Zij ontmoeten elkaar ergens in het midden, bewegen naar elkaar toe en over elkaar heen. Iemand komt overeind, staat. De anderen volgen.
De komende twintig minuten kijkt het publiek aandachtig naar wat zich op het podium afspeelt. De dansers bewegen alleen, samen, in duo’s of kwintetten. Ze houden elkaar vast, trekken elkaar aan en stoten elkaar af. Zij geven zich over aan de zwaartekracht en aan elkaar. Zij sturen elkaar, begeleiden elkaar naar de grond. Soms zacht en liefdevol, soms opzwepend, krachtig, dwingend en wild.
Een krachtmeting van lichamen die aan elkaar gewaagd zijn, maar die zich ook als een speelbal of een slappe pop durven over te geven. Zij hebben geleerd om te vertrouwen, fysiek en mentaal. Zij zijn er verbaasd over hoe zij zich kunnen overgeven aan de aanraking en het gewicht van hun mededansers.
Het publiek houdt af en toe de adem in als een danser in volle vaart maar centimeters langs een betonnen muur wordt geslingerd door een andere danser. Maar de dansers houden zich niet in. Er is geen twijfel, alleen nog maar vertrouwen.
Op het hoogtepunt ontworstelt zich een danseres aan de groep en komt zij in een stagediving-achtig tafereel boven op de groep van dansers te liggen. Haar lijf wordt doorgegeven op een zee van handen, hoofden en schouders. Zij rolt om en beweegt zich voort op de voor haar bewegelijke ondergrond. Zij reikt, lijkt verder te willen. Kronkelend komt zij overeind, komt te staan. Zij staat, kijkt, verlengt en reikt verder.
Zij is niet te stoppen.
Zij sluit haar ogen, geeft zich over en laat zich vallen.
Zij valt, valt achterover, zonder om te kijken, zonder zeker te weten wat achter haar is. Zij vertrouwt, zij moet nu vertrouwen.
Zij valt, valt zonder te kijken. Zonder de beschermende spiercontrole waarover dansers normaal gesproken beschikken. Kwetsbaar, heel kwetsbaar.
De spanning is voelbaar, het publiek ziet op het puntje van de stoel.
Dan, handen die uit het donker verschijnen. Handen, hoofden en schouders, die het vallende lichaam tegemoetkomen. Andere lichamen die haar kunnen opvangen. Handen, armen, hoofden en schouders, die zich als een zacht bed onder haar uitspreiden en haar meenemen naar de grond. Iedereen meenemen naar de grond. Geruisloos.
Het publiek zit op het puntje van de stoel. Wat is er zojuist gebeurd? Wat hebben zij gezien?
Een van de dansers viel. Van grote hoogte. Zonder zichzelf te kunnen opvangen. Zonder de beschermende spiercontrole waarover dansers normaal gesproken beschikken. Kwetsbaar, heel kwetsbaar.
Het licht gaat uit. Stilte.
2 seconden, 3 seconden, 4 seconden… het duurt eindeloos lang, 5 seconden, 6… niets.
6 seconden, 7, 8, 9, 10.
Dan barst er een groot applaus uit. Het publiek springt op uit de stoelen, klapt en fluit. Zij zijn niet meer te stoppen.
Bravo-roepen, als de dansers langzaam overeind komen voor de buiging.
Het publiek klapt door. Zij zijn enthousiast, verwonderd en geraakt door wat zij zojuist hebben gezien. Zij kijken naar de groep, die zojuist heeft laten zien wat fysiek vertrouwen kan zijn. Hoe dit eruit kan zien, hoe dit kan werken als groep.
Ze kijken naar Laura, die de groep zover heeft gekregen om door middel van contactimprovisatie elkaar te leren vertrouwen. Die het idee van vertrouwen en aanraking op een artistieke manier heeft weten te vertalen zodat het publiek ontroerd en verwonderd achterblijft.
Vertrouwen, hoe gaat dat eigenlijk, vragen zij zich af.
(Laura’s dansers weten inmiddels het antwoord.)