Een ontwerpproces binnen het Interdisciplinair Programma
Grytsje Suze (beeldend) en Kelly (dans) zijn tweedejaars studenten. Ze ontmoetten elkaar voor het eerst tijdens het interdisciplinaire project van de docentenopleidingen in Arnhem, waarbij zo’n zeventig studenten van de docentenopleidingen Dans, Theater en Beeldend van ArtEZ samenwerken.
De opdracht voor het tweedejaars project is dit jaar: ontwikkel in een interdisciplinair team een nieuwe, eigen artistieke onderzoeksmethodiek. Kies een concreet materiaal als uitgangspunt voor je onderzoek. Experimenteer en gebruik je ervaringen en methode in een workshop voor een specifieke doelgroep. Voer alles uit op een zelfgekozen locatie in de binnenstad van Arnhem.
Speeddate
Grytsje: Interdisciplinaire projecten, dat betekende voor mij: grote groepen, veel te veel ideeën… Maar dit liep anders. We gingen in tweetallen werken, die we samenstelden via een speeddate. De begeleidende docenten vroegen ons daarvoor iets persoonlijks mee te nemen, een citaat of een schilderij, iets wat jou inspireert. Ik koos voor enkele afbeeldingen van dansers. Zo vonden Kelly en ik elkaar. Tijdens de speeddate kwamen we erachter dat we allebei veel van naaien houden. Kelly maakt kostuums voor dansgroepen en ik houd van het ontwerpen en maken van wearables; ik heb ook eerst een jaar Product Design gedaan, waarin accessoires een belangrijke rol spelen.
We wilden onze liefde voor tassen en kostuums op een of andere manier samenbrengen.
Experimenteren
Kelly: Als materiaal om te onderzoeken kozen we ‘stof’. Die beslissing was snel genomen. Daarna begon de speurtocht naar een goede locatie. We liepen uren door de binnenstad met zo’n formulier met ‘Wij zijn van ArtEZ’ erop. Maar niemand had een geschikte plek voor ons. Na lang zoeken kwamen we uiteindelijk terecht bij Nikki Gilling. Zij had ook ArtEZ gedaan en vond het goed dat we bij haar kwamen werken. Nikki heeft een leeratelier in het modekwartier van Arnhem, waar ze exclusieve tassen ontwerpt, maakt en verkoopt.
Grytsje: Leer, de huid van een dier; het leek ons leuk om in het leeratelier een nieuwe dierenstof te ontwerpen, bijvoorbeeld de huid van een fantasiedier. We experimenteerden met verschillende stoffen; voegden lapjes samen, trokken stof uit elkaar, verbrandden het… Ook zochten we afbeeldingen op internet – Pinterest – van opvallende prints, dieren. De experimenteerfase betekende voor ons vooral: verzamelen, uitproberen, maken. Dat lukte niet meteen. Als je iets wilt, is het niet erg om lang door te gaan. Maar de kwaliteit kwam niet. Na vier weken knippen en plakken begonnen we flink gefrustreerd te raken, want we hadden nog steeds niets waar we blij van werden.
Kelly: Een middagje knutselen vind ik best leuk maar op een goed moment dacht ik: ‘Wat doe ik hier?’ Alleen maar maken, maken, maken… Ik heb nooit lijm aan mijn handen. Ik kreeg echt behoefte aan dans. Maar voor dansen was deze ruimte totaal niet geschikt. Nicole, onze begeleider, verzekerde ons dat deze fase erbij hoort. Ze raadde ons aan om het plan van de dierenstoffen even los te laten en te kijken hoe we de andere discipline een plek konden geven.
Ideeën uit twee invalshoeken
Grytsje: Toen is Kelly gaan dansen op de academie en ben ik haar gaan fotograferen. We kwamen terug op ons eerste plan: iets doen met naaimachines en tassen. We hebben de foto’s geprint en uitgeknipt en zijn ieder apart, met pen tassen op de foto’s gaan schetsen. We maakten uiteindelijk veertig totaal verschillende schetsen. We ontdekten dat we beiden totaal anders kijken. Ik keek vooral naar de vorm en kleur.
Kelly: ik keek vooral naar hoe deze tas mij in mijn beweging belemmerde. Want, tassen kunnen je beperken en ze kunnen je ook juist uitnodigen tot beweging; je kunt met lange hengsels touwtjespringen, bijvoorbeeld.
Grytsje: Kelly tekende een cirkelvormige tas. Dat zou ik nooit doen: veel te simpel. Maar die ronde tas deed het in de dans erg goed. Toen ik hem zag bewegen, werd het een hele sierlijke vorm, een onderdeel van het lichaam.
Uiteindelijk ging ik steeds meer naar de beweging kijken. Ik zag steeds beter of de tas tot beweging uitnodigt of juist belemmert. Ik ging ook tassen ontwerpen met bewegingsopties ín de tas, zoals een lang touw dat slingert als je ermee zwaait. Kleur, vorm en beweging werden steeds meer één geheel.
In de dansstudio hebben we dus A bag to dance bedacht. Vanaf dat moment waren we lekker bezig.
Uitvoeren
Kelly: Grytsje kocht stoffen met verschillende ontwerpen. Die hebben we verdeeld. We hebben uiteindelijk zes tassen uitgewerkt en helemaal afgemaakt, elk drie. Maar in de aanloop daarnaartoe hebben we er meer gemaakt.
We werkten nu onder tijdsdruk. We hadden maar drie middagen per week en nog maar een paar weken. Het denkwerk was van tevoren gedaan. We hoefden alleen te knippen en in elkaar te zetten. Daarom besloten we weer allebei in ons eigen huis aan het werk te gaan. We overlegden voortdurend via whatsapp en stuurden elkaar foto’s…
Grytsje: Toen de tassen klaar waren, hebben we de fotostudio gereserveerd en ben ik Kelly gaan filmen en fotograferen terwijl ze aan het dansen was met de tassen.
Normaal gesproken kopen mensen geen tassen om mee te dansen, maar dat kunnen wij veranderen
Kelly: Ik improviseerde. Als je een tas vasthebt, blijken sommige dingen niet te kunnen. Iedere tas gaf weer een andere beperking, een andere beleving.
Bij dansimprovisaties ga ik – zonder attributen – heel snel naar de grond en draai ik veel. Maar als je zo’n tas aan je lijf hebt, dan zit die in de weg en kom je bij zo’n draai helemaal in de knoop te zitten. Je lichaam zegt: ik wil die kant op, maar de tas dwingt je dan tot iets anders. Je vernieuwt jezelf dus automatisch.
Presenteren
Grytsje: We hadden de foto’s van deze improvisaties eigenlijk weer willen gebruiken voor de tweede ronde, voor nieuwe ontwerpen. Maar dat lieten we uit tijdgebrek achterwege. We gingen namelijk ook nog een reclamefilmpje maken, om te presenteren aan de groep. Dat hebben we gepresenteerd aan de rest van de groep van Nicole, zodat iedereen een beeld kreeg van hoe we hadden gewerkt.
Kelly: De muziek bij het filmpje komt uit een filmpje over Duitse seksspeeltjes. Een vrolijk deuntje, met al die lolly’s en pastelkleurtjes. Dat paste perfect: die gekkigheid, lekker
catchy. Die muziek was ook deels inspiratie voor de kleuren en vormen die we voor de tassen kozen. En niemand kende dat nummer, zodat we een unieke associatie konden maken voor onze uitvinding: A bag to dance.
Ideeën oprekken
Kelly: We hebben het filmpje laten zien aan leerlingen van het Montessoricollege. Ze vonden het heel inspirerend. Ik denk dat we hun ideeën over de disciplines dans en beeldend een beetje hebben kunnen oprekken. Op de academie hebben we gedanst, met zes klasgenoten van mijn opleiding. Dansen met attributen was iets nieuws voor hen. Ze mochten een tas en muziek kiezen en daarmee improviseren. Eén klasgenoot wilde per se het kleine tasje, dat ik juist zo lastig vond. Zij deed er heel andere dingen mee dan ik, maakte veel kleine handbewegingen. Heel sierlijk.
Na dit project kijk ik anders naar kunst en vormgeving, meer interdisciplinair
Grytsje: We werden opnieuw enthousiast. We zouden er graag mee verder willen, want dit is nog niet af. Na dit project kijk ik anders naar kunst en vormgeving, meer interdisciplinair. Ik zie hoe je theatraal kunt werken in een videoclip en hoe je een modeshow kunt aanpakken als een dans. Dat had ik nooit in mijn uppie kunnen bereiken.
Kelly: We hebben dit echt samen gemaakt. Het was enorm inspirerend. Ons gezamenlijke artistieke proces is wat me het meest bijblijft van dit project.
Grytsje: Tegelijkertijd is ons product A bag to dance een goed prototype. Ik had nooit verwacht dat dit eruit zou komen. Misschien moeten we het verder ontwikkelen, niet alleen binnen school. We zouden het op de markt kunnen brengen. Het lijkt me wel iets voor Kenzo. Dat merk heeft altijd wel interesse in bizarre ideeën. Dus waarom geen bizarre tas om mee te dansen?